Glycemische index is een inschatting voor de snelheid waarmee de glucoseconcentratie in het bloed stijgt na inname van koolhydraten. Producten met een lage glycemische index (GI) zorgen voor een relatief langzame stijging van het bloedglucosegehalte, voorbeelden zijn appels (GI= 38) en gekookte wortels (GI=39).
Producten met een hoge GI zorgen voor een relatief snelle stijging van het bloedglucosegehalte, voorbeelden zijn gekookte aardappels (GI=78) en witte rijst (GI=73). De GI van glucose is 100, de GI van fructose is 19 en de GI van sacharose (tafelsuiker) is 68. Bij eten met een hoge GI ligt de GI rond de 70 of hoger. Een lage GI is een GI van minder dan 55.