Niet-fermenteerbare voedingsvezels zijn voedingsvezels die niet worden afgebroken in de darmen. Ze verlaten het lichaam ongewijzigd en leveren geen energie. Voorbeelden zijn resistent zetmeel, hemi-cellulose, cellulose en lignine. Niet-fermenteerbare voedingsvezels hebben een verzadigende werking. Ook vergroten ze het volume van de darminhoud en bevorderen daarmee de stoelgang. Daarnaast verlagen ze het LDL-cholesterolgehalte. Niet-fermenteerbare voedingsvezels komen onder andere voor in volkorenproducten, de schillen van fruit en de celwanden van groente.