Suikervrij
Suikervrij
Wanneer gebruik je de claim suikervrij?
De suikervrij claim mag ENKEL gebruikt worden wanneer het suikergehalte van het product maximaal 0,5 gram per 100 gram of 0,5 gram per 100 milliliter bedraagt.
De suikervrij claim mag ENKEL gebruikt worden wanneer het suikergehalte van het product maximaal 0,5 gram per 100 gram of 0,5 gram per 100 milliliter bedraagt.
Allulose is een suiker die minder calorieën levert dan andere suikers, namelijk slechts 0,4 kcal per gram. Allulose komt in de natuur in kleine hoeveelheden voor in diverse voedingsmiddelen, zoals vijgen (29,6 mg/100 gram) en rozijnen (38,7 mg/100 gram). Het komt ook voor in suikerbieten. Allulose heeft een neutrale smaak, functionele eigenschappen zoals fructose en 70% van de zoetkracht van sacharose (tafelsuiker). Allulose wordt bijna niet verteerd in je lichaam en wordt voor het grootste deel weer uitgescheiden. Inname van allulose heeft slechts een kleine invloed op je bloedglucosespiegel, en daardoor zal je ook niet veel insuline aanmaken.
Bacteriën in de mond zetten suikers om in zuren, onder invloed van deze zuren lost het glazuur van tanden en kiezen op. Als zo’n zuurstoot frequent voorkomt, kan er uiteindelijk een gaatje ontstaan. Bij allulose gebeurt dit niet, omdat allulose niet omgezet wordt door bacteriën, waardoor het geen risico geeft op gaatjes.
De suikerbiet (Beta vulgaris) is een wortelgewas en behoort tot dezelfde familie als de rode biet en de snijbiet. De suikerbiet is één van de meest geteelde gewassen in Nederland en leeft voor twee jaar. De plant kan suiker in zijn wortel opslaan door fotosynthese. Dit is een proces waarbij planten door lichtenergie koolstofdioxide kunnen omzetten in koolhydraten, zoals suiker. De plant gebruikt deze suiker als reservevoedsel. Ongeveer 17% van de wortel bestaat uit suiker. Hoe je suiker uit suikerbiet haalt, hebben we hier beschreven.
Hoeveel suiker de biet aanmaakt in zijn wortel, hangt van verschillende factoren af. Zo heeft het weer een grote invloed. Hoe meer zonnestraling, hoe hoger de suikerproductie in de plant. Daarnaast is de temperatuur ook van belang. Het gunstigste voor de biet is overdag veel zon en ’s nachts lagere temperaturen en helder weer.
Pas aan het begin van de 19e eeuw wisten we dat je suiker uit suikerbiet kon halen, daarvoor werd suiker uit suikerriet gehaald. Suikerriet was eeuwenlang de belangrijkste bron van suiker. Het werd geteeld in de tropen. Meer weten over de geschiedenis van suiker, lees dan de pagina suikerhistorie.
Hoe komt suiker in de suikerbiet?
Arabinose is een monosacharide met 5 koolstofatomen (C5H10O5) in plaats van 6, zoals glucose en fructose. In de dunne darmen kunnen ze de afbraak remmen van sucrose naar glucose en fructose, waardoor arabinose de stijging van de bloedglucosespiegel verzwakt.
Xylose is een monosacharide met 5 koolstofatomen (C5H10O5) in plaats van 6, zoals glucose en fructose. Mensen kunnen xylose niet goed afbreken, en wordt grotendeels weer uitgescheiden door onze nieren.
Mannose is een monosacharide. Je lichaam kan mannose niet makkelijk opslaan in je lever, daardoor wordt een groot gedeelte van de mannose die je eet, weer uitgescheiden via de urine. Deze monosacharide vind je voornamelijk in appels, perziken, sinaasappels en bosbessen.
Hemi-cellulose is een belangrijk onderdeel van de celwand van planten. Cellulose bestaat uit een keten van glucose-elementen. Hemi-cellulose bestaat uit een keten van verschillende soorten monosachariden. Naast glucose, bestaat hemi-cellulose ook uit de monosachariden xylose, mannose, galactose, rhamnose, en arabinose. Hemi-cellulose kunnen wij niet verteren, maar het speelt wel een belangrijke rol bij de gezondheid van onze darmen. Hemi-cellulose is goed voor de stoelgang. Het houdt vocht vast, waardoor je geen diarree krijgt, maar stevigere ontlasting.
Resistent zetmeel is een zetmeel dat je dunne darm niet of slecht kan verteren. Je lichaam kan dit zetmeel niet opnemen voor energie. Resistent zetmeel is een niet-fermenteerbare voedingsvezel. Resistent zetmeel komt in je dikke darm terecht, waar het voeding is voor je goede darmbacteriën. Dit type zetmeel vind je onder andere in rijst, granen, peulvruchten, groene bananen en aardappels.